Betere fietspaden kunnen het aantal ongelukken verkleinen

Als het aan de overheid ligt, zijn er in 2050 nul verkeersslachtoffers. Een onderzoek van kenniscentrum VeiligheidNL laat zien dat daarvoor eerst iets moet veranderen. Het aantal fietsers dat ernstig gewond raakte en op de Spoedeisende Hulp kwam, steeg in tien jaar met vijftien procent. Ook het aantal gewonde wielrenners steeg in die periode, met 44 procent. VeiligheidNL roept daarom op om samen in actie te komen. Wielersportbond NTFU sluit zich daarbij aan.

Als het aan de overheid ligt, zijn er in 2050 nul verkeersslachtoffers. Een onderzoek van kenniscentrum VeiligheidNL laat zien dat daarvoor eerst iets moet veranderen. Het aantal fietsers dat ernstig gewond raakte en op de Spoedeisende Hulp kwam, steeg in tien jaar met vijftien procent. Ook het aantal gewonde wielrenners steeg in die periode, met 44 procent. VeiligheidNL roept daarom op om samen in actie te komen. Wielersportbond NTFU sluit zich daarbij aan.

Naar schatting kwamen in 2020 5.300 wielrenners op de Spoedeisende Hulp terecht. Het grootste deel van de gewonde wielrenners was gevallen zonder een botsing. Belangrijke oorzaak was de conditie van de weg. Denk aan losliggend grind, gat in het wegdek, een stoeprand, paaltje op de weg of een te smal fietspad. Ook gebeurden er ongelukken op wegen zonder aparte fietsstrook.

“Goede wegen en veilige fietspaden zijn belangrijk. Dat is een taak van wegbeheerders en Provincies. De NTFU roept hen daarom op dit aan te pakken. Denk bijvoorbeeld aan minder paaltjes, een beter wegdek en veilige wielrenroutes”, zegt Myron ter Haar, belangenbehartiger bij de NTFU.

Niet goed opletten

Ruim veertig procent van de wielrenners viel zonder botsing. Dat gebeurde meestal buiten de bebouwde kom. Op de Spoedeisende Hulp gaven de slachtoffers aan dat dat meestal kwam door hun eigen gedrag, bijvoorbeeld omdat ze niet goed opletten. Ze vielen omdat ze uitgleden, hun evenwicht verloren of moesten uitwijken. Fietspaden verbeteren kan een deel van die ongelukken voorkomen.

Voor mensen die beginnen met wielrennen of de sport weer oppakken, adviseert de NTFU een aantal lessen te volgen. “Bijvoorbeeld bij Start2Bike. Daar leer je hoe je schakelt, remt, bochten neemt en fietst in een groep. Dat is toch echt anders dan op een gewone fiets. Na vier lessen ga je als wielrenner met meer plezier en veiliger op pad”, licht Myron toe.

Veertig procent van de wielrenners raakte gewond omdat ze botsten met een andere verkeersdeelnemer zoals een automobilist, fietser of andere wielrenner. De ander lette niet goed op of stak onverwacht over. Deze wielerongevallen gebeurden vooral binnen de bebouwde kom. 

De meeste wielrenners die op de Spoedeisende Hulp kwamen, fietsten alleen. Slechts een kwart van de slachtoffers reed in een groep van drie of meer personen.

Meeste wielrenners droegen een fietshelm

Ook droegen ze vrijwel allemaal een fietshelm: 86 procent. Zij hadden hun helm ook goed vast, met het riempje dicht. Als belangrijkste reden (89 procent) om een helm te dragen, gaven ze aan dat fietsen zonder helm gevaarlijk is en dat het een gewoonte is.

Samen werken aan veiligheid

“Iedereen die graag wielrent, moet dat veilig en met plezier kunnen doen. De NTFU zet daarom in op Start2Bike-lessen, meer wegkapiteins op de weg, voorlichting over veilig en verantwoord gedrag op de fiets, veilige wielrenroutes en betere fietspaden. De NTFU steunt de oproep van VeiligheidNL om samen in actie te komen. Betere wegen en fietspaden maken het veiliger voor elke fietser, daar moeten we dus met alle partijen voor zorgen”, besluit Myron.

Misschien ook interessant...