Classificatie
Voor mountainbikeroutes in Nederland biedt wielersportbond NTFU het classificatiesysteem aan. Net als op de skipistes, geeft een kleur aan hoe moeilijk de mountainbikeroute is: groen (makkelijk), blauw (gemiddeld), rood (moeilijk) en zwart (zeer moeilijk). Door de gekleurde borden kunnen mountainbikers beter bepalen of ze ervaren genoeg zijn voor de mountainbikeroute.
Door het classificatiesysteem kunnen mountainbikers met meer plezier en veiliger mountainbiken. De classificatie helpt mountainbikers stapsgewijs hun vaardigheden te ontwikkelen. Ze kunnen geleidelijk wennen aan technische elementen op de route en zo hun fietstechniek langzaam maar zeker verbeteren.
Ook verkleint de kleurcodering de kans op ongevallen op de route. Zo kan elk type mountainbiker een route vinden die past bij zijn of haar technisch niveau past. Daarnaast blijft het belangrijk dat een mountainbiker een helm draagt en op een goed onderhouden fiets rijdt, met goed werkende remmen en voorvork bijvoorbeeld.
Ook weten hoe je op een mountainbike rijdt, draagt bij aan de veiligheid op de route. Want remmen, schakelen, bochten nemen, klimmen en dalen en over obstakels rijden is op een mountainbike - en zeker in het bos - écht anders dan op een gewone fiets. Zo kunnen mountainbikers een vaardigheidstraining volgen en ervaring opdoen, door regelmatig te mountainbiken in verschillende gebieden.
Borden voor classificatie ónder de bewegwijzering
Een mountainbiker herkent de classificatie aan de borden: informatiepanelen aan het begin van de route en borden op paaltjes langs de route en parallelle paden. Langs de route hangt het classificatiebordje ónder het bewegwijzeringsbord. De bewegwijzering is het internationale MTB-teken – de driehoek en twee rondjes. Volg je de kleurcodering én de bewegwijzering, dan voorkom je dat je onverwacht op een technisch zwaardere route komt.
Check ook ons Kenniscentrum voor meer informatie over de bebording van mountainbikeroutes.

Hoofdroutes en parallelle paden
De hoofdmountainbikeroute heeft één kleur voor de moeilijkheidsgraad. Parallelle paden met een afwijkende moeilijkheidsgraad, hebben een andere kleur. Voorbeeld: een mountainbikeroute heeft moeilijkheidsgraad blauw (gemiddeld) en kan rode (moeilijk) en zwarte (zeer moeilijk) parallelle paden hebben. Mountainbikers worden met informatieborden vooraf gewaarschuwd dat ze kunnen uitwijken naar een parallel pad dat technisch moeilijker is dan de route waar ze op dat moment op rijden.
Groen: makkelijk
Groene mountainbikeroutes hebben brede wegen en paden. De ondergrond bestaat uit zand of gravel. Deze routes bevatten geen technische elementen op de doorgaande route. De route kan wel rustige klimmetjes of afdalingen hebben. De meeste oude mountainbikeroutes (zonder singletracks) vallen onder de categorie groen.
Type mountainbiker
Groene mountainbikeroutes zijn de makkelijkste routes om te mountainbiken. De brede paden maken een groene route ook geschikt voor gravelbikers, mensen die beginnen met mountainbiken of af en toe op de mountainbike stappen en dus weinig kilometers maken.
Lees ook: Wat is een groene mountainbikeroute
Blauw: gemiddeld
Blauwe mountainbikeroutes zijn anders dan groene routes, omdat er ook singletracks zijn. Bij singletracks zijn de paden smaller en staan bomen en struiken dichter op het pad. Blauwe routes hebben maximaal één technisch element op de doorgaande route. Op parallelle paden kunnen wel meer technische elementen zijn. Deze parallelle paden krijgen dan de kleur die bij de technische moeilijkheidsgraad hoort: rood of zwart.
Type mountainbiker
Blauwe routes zijn geschikt voor de gemiddelde recreatieve mountainbiker of de sportieve gravelbiker. Hij of zij weet hoe je moet remmen en schakelen en kijkt ver genoeg vooruit om risico’s in te kunnen schatten.
Lees ook: Wat is een blauwe mountainbikeroute
Rood: moeilijk
Rode mountainbikeroutes zijn anders dan blauwe routes, omdat er technische elementen (natuurlijk of gebouwd) op de doorgaande route zijn. Bijvoorbeeld moeilijke afdalingen, hoge boomwortels, springbulten (geen gap jumps), rockgardens en drop-offs (maximaal 40 centimeter). Afdalingen zijn moeilijk als ze bijvoorbeeld steil zijn of omdat de mountainbiker in de afdaling een hoge snelheid bereikt en tegelijk moeilijke bochten moet nemen (gevaar van uit de bocht vliegen).
Type mountainbiker
Rode routes zijn geschikt voor de mountainbiker die in staat is om ver genoeg vooruit te kijken zodat hij of zij kan reageren op de omstandigheden. De mountainbiker moet een snelle afgewogen keuze kunnen maken om een obstakel te nemen of er omheen te fietsen. Deze mountainbiker is wekelijks in het bos te vinden.
Lees ook: Wat is een rode mountainbikeroute
Zwart: zeer moeilijk
Zwarte mountainbikeroutes zijn anders dan rode routes, omdat de technische elementen erg moeilijk zijn en het verrassingeffect op de route is groot. Hier kom je namelijk rockgardens tegen met grote spleten, gapjumps en grote drops, scherpe switchbacks en pittige klimmetjes. Hij of zij moet dan snel en juist reageren op zo’n onverwacht obstakel. Het inschatten van je rolsnelheid op een zwarte route is van cruciaal belang. Ook moet een mountainbiker op hoge snelheid scherpe bochten in de afdaling kunnen nemen. Goede controle over de snelheid en fiets zijn dan belangrijk.
Type mountainbiker
De wedstrijdrijder, bikeparkfanaat of mountainbiker met ervaring in het buitenland op rotsachtig terrein kan op een zwarte route uit de voeten. Vallen gebeurt hier altijd op hoge snelheid, de landing is moeilijker en de ondergrond – zoals in een rockgarden – is vaak harder. Zeker niet geschikt voor de beginner.
Lees ook: Wat is een zwarte mountainbikeroute
Hoe wordt een mountainbikeroute beoordeeld?
Een blauwe mountainbikeroute in Groningen moet dezelfde moeilijkheidsgraad hebben als een blauwe route in Limburg. Een objectieve beoordeling van de routes is dus belangrijk. Daarom zet de NTFU onafhankelijke inspecteurs in. Zij hebben geen relaties met terreinbeheerders of -eigenaren van de te classificeren mountainbikeroute. De inspecteur betrekt wel de routecoördinator van een mountainbikeroute bij de beoordeling.
De inspecteur gebruikt hiervoor het routebeoordelingsformulier. Hij of zij vult het formulier samen met de routecoördinator in. Hieruit volgt een advies voor de classificatie van de mountainbikeroute. Vervolgens kent de NTFU de geadviseerde classificatie toe aan een mountainbikeroute en stuurt de bebording voor de classificatie toe. De routecoördinator zorgt ervoor dat de borden opgehangen worden bij en langs de route. Een classificatie is vijf jaar geldig. Daarna moet de route opnieuw geclassificeerd worden.
Lees in dit document het volledige proces van aanvraag, beoordeling en classificatie
Wat kost een classificatie?
De kosten voor de classificatie bestaan uit kosten voor de inspectie, beoordeling, reiskosten van de inspecteur en bebording. De exacte kosten worden berekend aan de hand van het aantal kilometers van de mountainbikeroute(s).
Wil je de mountainbikeroute(s) laten classificeren of wil je meer informatie over het classificatiesysteem? Vul dan onderstaand formulier in.
Documenten
Classificatie aanvragen