Veilig fietsen

Verkeersregels

Verkeersregels voor fietsers voor fietsers in Nederland, Belgë en Duitsland

Nederland

  • Fietsers mogen met zijn tweeën naast elkaar fietsen. 
  • Fietsers gebruiken het verplichte fietspad.
  • Fietsers gebruiken de rijbaan als er geen fietspad is.
  • Bestuurders van fietsen met meer dan twee wielen, die breder zijn dan 0,75 meter,  mogen de rijbaan gebruiken. Ze mogen het onverplichte fietspad gebruiken. 
  • Fietsers dienen elkaar links in te halen; andere bestuurders mogen zij rechts inhalen. 
  • Fietsers moeten voordat zij afslaan een teken met hun arm geven.
  • Fietsen moeten uitgerust zijn met minstens één helder klinkende bel. 
  • Fietsen en bromfietsen moeten worden neergezet op het trottoir, voetpad of in de berm. Verder kunnen ze geplaatst worden op de daarvoor aangewezen plaatsen. 
  • Fietsers moeten ‘s nachts en wanneer bij daglicht het zicht ernstig wordt belemmerd het voor- en achterlicht laten branden, de lamp mag niet knipperen. 
  • Fietsers (alle weggebruikers) zijn verplicht de aanwijzingen op te volgen die mondeling of door middel van gebaren worden gegeven door:
    • a.    de daartoe bevoegde en als zodanig herkenbare ambtenaar
    • b.    de militairen van de Koninklijke Marechaussee
    • c.    de daartoe bevoegde en als zodanig herkenbare verkeersregelaars

Aanwijzingen gaan boven verkeerstekens en verkeersregels.

België

De meeste verkeersregels zijn hetzelfde als in Nederland. In België is er “De straatcode” die is uitgebracht door het Belgisch instituut voor de Verkeersveiligheid. We geven een samenvatting van verkeersregels die voor de fietser en voor een fiets verenigingen van belang kunnen zijn.

Fietser

Net als elke andere bestuurder moet je dubbel voorzichtig zijn ten aanzien van kwetsbare weggebruikers zoals voetgangers. Respecteer de rechten van de voetgangers op oversteekplaatsen van voetgangers en telkens wanneer je met hen een gedeelte van de openbare weg deelt.
Op fietspaden mag je andere gebruikers van het fietspad niet hinderen of in gevaar brengen en mag je evenmin een onvoorzichtige rijstijl aannemen ten aanzien van de andere weggebruikers, de voetgangers in het bijzonder.

Fietsen in groep

43bis1. 

Dit artikel is slechts van toepassing op groepen van 15 tot 150 fietsers. De groepen van meer dan 50 deelnemers moeten worden vergezeld door ten minste twee wegkapiteins. De groepen van 15 tot 50 deelnemers mogen worden vergezeld door ten minste twee wegkapiteins.

43bis2.1. 

De fietsers die in een groep van ten minste 15 tot ten hoogste 50 deelnemers rijden, zijn niet verplicht de fietspaden te volgen en zij mogen bestendig met twee naast elkaar op de rijbaan rijden op voorwaarde dat zij gegroepeerd blijven. 

43bis2.2. 

Zij mogen voorafgegaan en gevolgd worden, op een afstand van ongeveer 30 meter, door een begeleidende auto; indien er slechts één begeleidende auto is, moet deze de groep volgen.

43bis2.3. 

Indien deze groep vergezeld wordt door wegkapiteins, zijn de bepalingen van artikel 43bis3.3.1° en 2° van toepassing.

43bis3.1. 

De fietsers die in een groep van ten minste 51 tot ten hoogste 150 deelnemers rijden, zijn niet verplicht de fietspaden te volgen en zij mogen bestendig met twee naast elkaar op de rijbaan rijden op voorwaarde dat zij gegroepeerd blijven.

43bis3.2. 

Zij moeten voorafgegaan en gevolgd worden, op een afstand van ongeveer 30 meter, door een begeleidende auto.

43bis3.3.1° 

De wegkapiteins waken over het goed verloop van de tocht. Deze wegkapiteins moeten ten minste 21 jaar oud zijn en zij moeten om de linkerarm een band dragen met, horizontaal, de nationale kleuren en, in zwarte letters op de gele strook, het woord “wegkapitein”

43bis3.3.2° 

Op de kruispunten waar het verkeer niet geregeld wordt door verkeerslichten, mag ten minste één van de wegkapiteins het verkeer in de dwarswegen stilleggen, terwijl de groep met inbegrip van de twee begeleidende voertuigen oversteekt.

43bis4. 

De wielertoeristen die met twee naast elkaar rijden mogen slechts van de rechter rijstrook van de rijbaan gebruik maken; indien de rijbaan niet in rijstroken verdeeld is mogen zij niet meer dan een breedte gelijk aan die van een rijstrook en in geen geval meer dan de helft van de rijbaan in beslag nemen.

43bis5. 

Op het dak van de begeleidende auto’s moet een blauw bord aangebracht zijn met de afbeelding van het verkeersbord A51 en eronder het symbool in ‘t wit van een fiets. Dit bord moet op een zodanige wijze aangebracht zijn op het voertuig dat de groep voorafgaat, dat het voor de tegenliggers goed zichtbaar is en, op het achteropkomend voertuig, dat het goed zichtbaar is voor het achteropkomend verkeer. De Minister van Verkeerswezen bepaalt de minimum afmetingen van deze signalisatie.

Duitsland

Algemene verkeersregels van de wet op het wegverkeer (StVO; Straßenverkehrsordnung)

§ 1. Basisregels

  1. De deelname aan het wegverkeer vereist voortdurende voorzichtigheid en rekening houden met elkaar.
  2. Elke verkeersdeelnemer moet zich zo gedragen, dat geen ander geschaad, in gevaar gebracht of  meer, dan in de omstandigheden onvermijdelijk, gehinderd of overlast aangedaan wordt.

§ 2. Weggebruik

Fietsers moeten afzonderlijk achter elkaar fietsen; naast elkaar fietsen mag alleen als daardoor het verkeer niet gehinderd wordt. Fietsers moeten fietspaden gebruiken, als de rijrichting van dat moment met het teken gekenmerkt wordt. Zij mogen verder bermen en vluchtstroken aan de rechterkant van de weg gebruiken als er geen fietspaden zijn en als voetgangers niet gehinderd worden.

§ 27. Groepen

  1. Voor gesloten groepen gelden de voor het totale rijverkeer uniform bestaande verkeersregels en bepalingen. Meer dan 15 fietsers mogen een groep (peloton) vormen. Men mag dan met z’n tweeën naast elkaar op de rijbaan fietsen.
  2. Gesloten is een groep, wanneer deze voor andere weggebruikers als zodanig duidelijk herkenbaar is.
  3. De leider van de groep moet ervoor zorgen, dat de voor gesloten groepen geldende voorschiften opgevolgd worden.

§ 29. Overmatig gebruik van de weg

Voor evenementen waarbij wegen meer dan in het verkeer gebruikelijk in beslag worden genomen moet toestemming gegeven worden. Dat is het geval wanneer het gebruik van de weg voor het verkeer beperkt wordt door het aantal of het (rij-)gedrag van de deelnemers. De organisator moet ervoor zorgen, dat de verkeersvoorschriften evenals eventuele bepalingen en verplichtingen opgevolgd worden.

§ 44. Zakelijke bevoegdheid

De toestemming waarvan sprake is in §29 alinea 2 wordt niet gegeven door de “Straßenverkehrsbehörde” daarentegen door de “höhere Verwaltungsbehörde” wanneer het evenement boven het district van de “Staßenverkehrsbehörde” uitstijgt en door de “oberste Landesbehörde” wanneer het evenement boven het bestuursgebied van de “höhere Verwaltungsbehörde” uitstijgt. Bij de “Straßenverkehrsbehörde in de Kreiz (gemeente) waar de toertocht plaatsvindt moet je de vergunning aanvragen.

§ 46. Uitzonderingsvergunning en toestemming

Uitzonderingsvergunning en toestemming kunnen onder voorbehoud van intrekking gegeven worden en voorzien worden van extra bepalingen (voorwaarden, gebondenheid aan een bepaalde termijn, verplichtingen). De papieren moeten meegenomen en op verzoek van bevoegde personen overhandigd worden. Bij toestemmingen waarvan sprake is in § 29 volstaat het meenemen van gekopieerde papieren. De steeds weer geciteerde § 27 van de wet op het wegverkeer (formaties)  behoeft geen uitzonderingsvergunning, omdat daarin de uitzondering (vanaf 15 fietsers) al geregeld is.

Verdere regels uit §42 en 43 (voorschrift- en richtlijnen)

  1. Fietsers. Vanaf 1 oktober 1998 mogen fietsers alleen nog fietspaden gebruiken die voorzien zijn van  verkeers- en/ of aanwijzingsborden. De “Straßenverkehrsbehörden” mogen alleen die wegen bewegwijzeren, en daarmee het gebruik daarvan voorschrijven, die aan de volgende criteria voldoen: minstens 1,50 meter breed / in goede toestand / met veilige kruisingen. Daar hoort bij, dat het fietspad in het zichtveld van het gemotoriseerd verkeer moet liggen. Fietsers mogen wegen die niet als fietspaden bewegwijzerd zijn gebruiken, ze moeten het echter niet. Op zulke wegen hebben fietsers dezelfde rechten en plichten als tot nu toe. De gemeenten blijven aan de verkeersveiligheid verplichting gebonden; dat betekent dat zij ook daar het berijden zonder gevaar moeten waarborgen. 
  2. Rijwielstroken, voor fietsers veilige weggedeelten en vluchtstroken. De verkeersautoriteiten kunnen op de rijbaan aparte wegen voor fietsers markeren. Rijwielstroken (“fietspaden op de weg”) zijn voorzien van het blauwe fietspadverkeersbord en verplicht te gebruiken. Voor fietsers veilige weggedeelten (“gemarkeerde ruimte voor fietsers, maar geen fietspad”) en vluchtstroken (“parkeerstroken voor auto’s waarop fietsers mogen rijden”) zijn dat niet. Auto’s mogen op voor fietsers veilige weggedeelten en vluchtstroken rijden, op rijwielstroken echter niet.

§64a Inrichtingen voor geluidssignalen

Fietsen moeten uitgerust zijn met minstens één helder klinkende bel. Andere inrichtingen voor geluidssignalen mogen aan deze voertuigen niet aangebracht zijn.

§ 67 Lichttechnische inrichtingen aan fietsen

Voor racefietsen, waarvan het gewicht niet meer dan 11 kilo bedraagt, geldt afwijkend het volgende: voor de werking van koplampen en achterlicht hoeven i.p.v. de dynamo slechts één of meerdere batterijen overeenkomstig alinea 1 en 2 meegevoerd te worden. 
De koplamp en het voorgeschreven achterlicht hoeven niet vast aan de fiets aangebracht te zijn.
Racefietsen zijn voor de duur van de deelname aan een evenement vrijgesteld van de voorschriften van alinea 1 tot 11. Dit zijn voornamelijk de voorschriften over verlichting. Wel betekent het voor elke deelnemer:

  • bij een rood stoplicht moet gewacht worden;
  • stopborden moeten in acht genomen worden;
  • verplichte fietspaden moeten gebruikt worden;
  • er moet rekening gehouden worden met andere verkeersdeelnemers;
  • hinderen moet vermeden worden;
  • afgegeven rugnummers moeten duidelijk zichtbaar gedragen worden.

Alleen wanneer allen zich aan deze geboden houden, worden de benodigde vergunningen ook in de toekomst afgegeven. Het hangt dus van elk individu af in hoeverre onze verenigingen u in de toekomst het beproefde en uitgebreide sportprogramma op de openbare weg kunnen aanbieden.